Opstookprotocol voor vloerverwarming: zo werkt het!

Na een koude nacht is vroeg opstaan vaak al moeilijk genoeg. Helemaal als de vloer onder uw voeten nog ijzig koud is. De pantoffels naast uw bed zijn dan geen overbodige luxe. Wij geven u groot gelijk als u overweegt vloerverwarming aan te schaffen. Houd hierbij rekening met het opstookprotocol, een technisch verhaal, maar o-zo-belangrijk!

Waarom is een opstookprotocol vereist?

In dekvloeren waarin vloerverwarming is opgenomen, is er mogelijkheid tot scheurvorming door thermische lengteveranderingen. Denk hierbij aan het krimpen of juist uitzetten van de vloer. Uiteraard willen we dit risico zoveel mogelijk inperken, daarom is het noodzakelijk dat de vloerverwarming op een zorgvuldige en geleidelijke manier op temperatuur wordt gebracht. Zo kunnen de vloerverwarming en de dekvloer ‘aan elkaar wennen’. Dit gebeurt door middel van het opstookprotocol (zowel opstoken en afkoelen).

De watertemperatuur als uitgangspunt

Het protocol houdt rekening met de watertemperatuur van de installatie en niet met de temperatuur van de thermostaat in de kamer. De watertemperatuur mag maximaal 40°C zijn. Dit is de meest veilige temperatuur om scheurvorming zoveel mogelijk te voorkomen.

Zo verloopt de opstook- en afkoelcyclus

• Start met een watertemperatuur die 5 graden hoger is dan de temperatuur in de ruimte. U leest de temperatuur af bij de regelunit van de vloerverwarmingsinstallatie.
• Verhoog de watertemperatuur per dag (24 uur) met 5 graden, net zolang tot de maximale temperatuur van 40 graden is bereikt.
• Zorg dat de temperatuur minimaal 24 uur stabiel op 40 graden blijft.
• Nu start de afkoelprocedure. Verlaag de watertemperatuur met 5 graden per 24 uur. Net zolang totdat de starttemperatuur is bereikt.
• Is er nog voldoende tijd beschikbaar? Herhaal deze cyclus dan meerdere malen.